Buitenverlichting is praktisch, mooi en veilig. Maar toch heeft het ook een nadeel. Want veel buitenverlichting is niet erg duurzaam. Dus hoe mooi je buitenverlichting ook is, toch is het tijd om er eens over na te denken. Hoe zou jij je buitenverlichting duurzamer kunnen maken?
1. Buitenverlichting op zonne-energie
Solar verlichting wordt het wel genoemd, als je buitenverlichting op zonne-energie werkt. De lampen hebben dan een klein ingebouwd zonnepaneeltje. Het laadt een batterij op gedurende de dag. Wordt het donker, dan gaat de lamp aan. Tegenwoordig zijn deze lampen zo goed dat ze niet meer onderdoen voor gewone lampen. Met name een buitenlamp met sensor op zonne-energie is efficiënt, omdat hij alleen aanspringt als dat nodig is.
2. Gebruik altijd led
Of je nu een buitenlamp hebt die werkt op zonne-energie of op stroom uit een kabel: kies altijd voor LED verlichting. Dit kost maar een fractie van de energie die nodig is voor een gloeilamp of spaarlamp. Veel mensen vervangen wel hun verlichting in huis voor leds, maar ze vergeten de buitenverlichting. Zonde, want daarmee kun je heel veel energie besparen. Je kunt gewone lampen eenvoudig vervangen voor led versies. Wil je langere stroken verlichten, bijvoorbeeld onder je overkapping? Dan gebruik je voordelig led strip verlichting om dat efficiënt te doen.
3. Stel een timer of sensor in
Verrassend veel woningen hebben buitenverlichting met een aan-uit schakelaar. Je moet dan zelf handmatig de verlichting aan of uit zetten. Aangezien dat vaak vergeten wordt, kost dat onnodig veel stroom. Daarom ga je het liefst voor een sensor, een timer of een combinatie van beide. Zo doe je dat:
- Een buitenlamp bij de voor- of achterdeur stel je in met een lichtsensor en een bewegingssensor. De lamp gaat alleen aan als het buiten donker is en als de sensor beweging detecteert.
- Je sierverlichting in de tuin stel je in met een lichtsensor en een timer. De sensor zorgt ervoor dat het licht aan gaat als het buiten donker wordt. De timer schakelt de verlichting automatisch uit na een bepaald tijdstip.
4. Gebruik de efficiëntste verlichting
Welke verlichting je ook gebruikt, het is natuurlijk belangrijk dat je het zo efficiënt mogelijk doet. Vaak kun je het aantal lampen in de tuin flink terugbrengen en toch net zo mooie verlichting hebben. Vervang bijvoorbeeld een aantal kleine spots voor één wat grotere led spot. De verlichting in de tuin hoeft overigens niet fel te zijn: creëer een aangenaam beeld door slechts op enkele punten zachte verlichting aan te brengen. Dat geeft niet alleen een fijne sfeer, maar bespaart je ook energie.
5. Let op de IP-klasse
De IP-klasse geeft aan hoe goed een lamp bestand is tegen vocht. Je zou zeggen dat alle buitenverlichting daar goed tegen moet kunnen, maar dat is helaas niet zo. De IP klasse bestaat uit twee cijfers. Het eerste cijfer geeft de stofbestendigheid aan, het tweede de vochtbestendigheid. In de tuin is met name het tweede cijfer belangrijk. In de tuin is een waarde 4 echt het minimum, dit betekent dat de lamp spatwaterdicht is. Waarde 5 is beter, aangezien deze ook tegen een regenbui kan. Waarde 7 of 8 is helemaal goed, aangezien deze lampen ook (tijdelijk of permanent) ondergedompeld kunnen worden in water. Hoe hoger de IP-klasse, hoe beter de kwaliteit en hoe langer de lamp mee gaat.
Buitenverlichting kan erg mooi zijn in de tuin. Het is ook veilig omdat je beter kunt zien waar je loopt en wat je doet. En natuurlijk kan buitenverlichting ook bescherming bieden tegen inbrekers, aangezien die niet zo dol zijn op werken in het licht. Toch is het belangrijk dat je je afvraagt of je buitenverlichting wel duurzaam is. Met deze 5 tips wordt je verlichting een stuk duurzamer én bespaar je heel wat energie!